Impressie brede stakeholderbijeenkomst 28 november 2012
Een gemengde groep van vertegenwoordigers van grote en kleinere bedrijven, maatschappelijke organisaties, overheid en andere geïnteresseerden zorgde op donderdagmiddag 28 november voor een goedgevulde zaal voor de brede stakeholderbijeenkomst van het NCP voor de OESO Richtlijnen. Het thema dat centraal stond op deze middag was ‘internationaal ondernemen en vakbondsvrijheid’.
Op welke manier kun je als Nederlands bedrijf omgaan met vakbonden als deze bijvoorbeeld niet toegestaan zijn in het land waar eigen productiefaciliteiten gevestigd zijn? Of hoe kan dit thema worden ingebed in het mensenrechtenbeleid van een onderneming?
Deze en veel andere vragen kwamen deze middag aan bod. Het recht van werknemers om zich te organiseren in vakbonden en het recht om collectief te onderhandelen over arbeidsvoorwaarden zijn fundamentele arbeids- en mensenrechten, vastgelegd in internationale en nationale wet- en regelgeving. Van bedrijven wordt verwacht dat ze die wet- en regelgeving naleven. Dit is ook opgenomen in de OESO-richtlijnen. In veel landen is het echter niet vanzelfsprekend dat werknemers zich mogen verenigen in een vakbond. Nederlandse bedrijven kunnen hiermee zowel door activiteiten in hun keten, als door eigen activiteiten in het buitenland te maken krijgen.
Vakbondsrechten uitgelegd door FNV Mondiaal
Astrid Kaag van FNV Mondiaal startte het thematische deel van de middag waarin zij vakbondsrechten verder toelichtte. Het waarborgen van het recht op vereniging en het recht op collectieve onderhandeling worden ook gezien als voorwaarde voor een aantal andere fundamentele arbeidsrechten rond bijvoorbeeld kinderarbeid en dwangarbeid. Daarbij geldt vaak: de grootste vijand van de vakbond is de angst. In veel landen zijn mensen bang zich te organiseren vanwege angst op repressie en geweld maar vooral ook angst voor het verlies van hun baan.
Een bedrijf heeft volgens FNV Mondiaal in elk geval de taak om due diligence uit te voeren op dit thema: welke risico’s zijn er bij de activiteiten van een bedrijf die mogelijk vakbondsrechten raken? Hierbij kunnen vragen spelen zoals wat de mogelijke consequenties van een reorganisatie op de vakbondsrechten van de werknemers zijn. Ook wanneer in een land vakbonden verboden zijn, heeft een bedrijf in de praktijk nog veel bewegingsruimte om vakbondsrechten voor zijn werknemers te respecteren.
Ervaringen uit het bedrijfsleven
Na deze inleiding kwamen drie bedrijven aan het woord die vertelden over hoe het thema vakbondsvrijheid speelt bij hun internationale activiteiten. Kris Douma van vermogensbeheerder MN Services sprak over hoe o.a. de OESO Richtlijnen gebruikt worden bij het beoordelen van investeringen. Aan de hand hiervan worden bedrijven waarin MN Services aandelen heeft gescreend hoe ze het doen. Met ongeveer 100 bedrijven wordt hierover gesproken om op deze manier druk uit te oefenen om bepaalde situaties, waaronder vakbondsvrijheid, te verbeteren. Internationaal gezien probeert MN Services dit onderwerp ook op de kaart te krijgen bij andere investeerders en pensioenfondsen. Binnen de Principles for Responsible Investment (PRI) wordt momenteel een werkgroep opgericht om met dit thema aan de slag te gaan.
Vervolgens nam Ruud van der Wel van Heineken International BV het verhaal over met een toelichting op hoe Heineken zijn internationaal mensenrechtenbeleid vorm geeft. Dit beleid is met het lokale management in alle regio’s waar Heineken actief is afgestemd en hier is draagvlak gevonden voor toepassing in de lokale situatie. Onderdeel van dit beleid is hoe om te gaan met vakbondsvrijheid, en mogelijke beperkingen op dit vakbondsrecht in de verschillende landen. Ook in de jaarverslagen wordt aandacht besteed aan dit thema door een aantal voorbeelden in bijvoorbeeld Mexico en Cambodja te bespreken.
Jef Wintermans van brancheorganisatie MODINT sloot vervolgens de middag af met een voorbeeld uit Turkije waarbij MODINT hun leden uit de textielbranche helpt bij het uitvoeren van due diligence. Belangrijke struikelblokken bij dit thema zijn onder andere wetgeving (in Turkije gelden bijvoorbeeld drempelpercentages voor aantal leden van een vakbond binnen een bedrijf voordat deze wordt erkend) en de rol van financiers.
Afsluitend
De middag gaf een gevarieerd beeld van hoe zowel de vakbeweging als het bedrijfsleven omgaat met dit onderwerp, dat ook is opgenomen in de OESO-richtlijnen. Voorafgaand aan het thematische deel van de middag gaf de voorzitter van het NCP Frans Evers aan dat een belangrijke taak van het NCP daarom juist is om bedrijven te helpen met de implementatie van de OESO-richtlijnen. Bij voorkeur vindt dit plaats op verzoek van het bedrijf naar aanleiding van de eigen vragen en dilemma’s en niet pas wanneer een melding bij het NCP binnen is gekomen.
De volgende brede stakeholderbijeenkomst van het NCP zal in mei/juni worden georganiseerd. Houd onze website in de gaten voor informatie hierover of geef uw mailadres aan ons door via ncpoecd@minbuza.nl om opgenomen te worden in de maillijst.