Nazorg gesprek SBM en FNV over Birma
Na een melding van vakbond FNV over dwangarbeid, heeft er in 2004 een NCP bemiddeling plaatsgevonden met SBM Offshore (toen nog IHC Caland) over haar activiteiten in Birma (zie eindverklaring 2004). Destijds heeft SBM besloten geen verdere activiteiten meer te ontwikkelen in Birma. Daarnaast heeft het bedrijf een brief gestuurd naar zijn opdrachtgever waarin het naleven van de OESO Richtlijnen aan de orde is gesteld. Samen met de vakbond is ook nog een bezoek gebracht aan de Birmese ambassadeur in Londen om over de mensenrechtensituatie in Birma te spreken.
In het voorjaar van 2010 zijn beide partijen op verzoek van FNV weer bijeengekomen onder begeleiding van het Nederlandse NCP. De bijeenkomst gaf aan SBM en FNV de mogelijkheid om met elkaar in gesprek te gaan over ondernemen in Birma op een maatschappelijk verantwoorde wijze. Naar tevredenheid van beide partijen zijn de afspraken uit 2004 vernieuwd.
Dit gesprek was follow-up van de melding in 2004. Er is geen nieuwe melding over een schending van OESO Richtlijnen ingediend. Voor het Nederlandse NCP was dit gesprek een start van een nieuwe werkwijze waarin bedrijven en maatschappelijke organisaties in dialoog met elkaar blijven over verantwoorde bedrijfsactiviteiten.
In Birma kan de (internationale) vakbeweging niet actief zijn. SBM heeft in de afgelopen 10 jaar werk verzet om er zeker van te zijn dat dwangarbeid in haar bedrijfsvoering niet voorkomt. Een paar initiatieven zijn genomen om dwangarbeid in Birma te helpen uitbannen. Het bedrijf laat regulier MVO beoordelingen uitvoeren. SBM zal daarvan de uitkomsten beschikbaar stellen zodat er meer informatie komt over hoe met naleving van de OESO richtlijnen in Birma door SBM wordt omgegaan. SBM gaat opnieuw gesprekken aan met de opdrachtgever over de OESO richtlijnen. Daarnaast is het bedrijf bereid om samen met vakorganisatie FNV op bezoek bij de Ambassadeur van Birma in Londen te gaan om bij het regime nogmaals op naleving aan te dringen.